
Pasen: Betekenis en Oorsprong
Pasen wordt door veel mensen gevierd ieder jaar. Het is een hoofdzakelijk Christelijke feest vandaag de dag. Eigenlijk is het een feest van ons allemaal. De traditie is echter gekoppeld aan het Christelijke geloof. Iets wat eigenlijk niet helemaal klopt. Door de jaren heen is het namelijk van oorsprong een Joods feest. Het gaat om het Joodse Pesach. In de loop van de jaren zijn er ook volop heidense zaken opgenomen bij het feest. Denk aan het zoeken en vinden van paaseieren, de paashaas en ook het paasvuur. Het is een zeer mooi feest en het wordt veelal ook gezien als een feest om de lente in te luiden. Iets wat ook verband houdt met Pasen. Het Joodse Pesach betekent in het latijn namelijk Lente. Wonderbaarlijk hoe alles samenkomt! Ostern (Pasen in het Duits) en Easter (Pasen in het Engels) verwijzen trouwens naar Eostre: de Germaanse godin van de vruchtbaarheid. Laten we er nog wat dieper in duiken!
Pesach
De oorsprong van Pasen licht bij de Joodse traditie Pesach. Het feest herdenkt de Exodus van de Joden uit Egypte. Ze vieren daarmee hun bevrijding van de slavernij. Pesach begint met de Sederavond. Het feest gaat gepaard met het eten van ongezuurd brood, het drinken van wijn en het slachten van een lam.
Het laatste avondmaal
Volgens de evangeliën vond het laatste avondmaal plaats aan het begin van Pesach. De kruising en de wederopstanding (na drie dagen) gebeurden allemaal in het Joodse paasfeest. De dood van Jezus Christus en het Paasfeest hangen daarom ook samen met elkaar. Tegenwoordig is het meer een Christelijk feest en traditie geworden. De paaszondag moet ieder jaar vallen na de eerste volle maan van de lente. Hierdoor heeft het dus ook een duidelijke verbinding met de lente. De donderdag ervoor is de witte donderdag. Het is de avond van het laatste avondmaal. De vrijdag is de goede vrijdag. Het is de dag dat Jezus gekruisigd wordt.
Paaseieren zoeken
Het Christendom heeft zich door heel Europa verspreidt. Pasen raakte hierdoor ook vermengd met andere Heidense lentefeesten. De traditie van het paasei komt door de overtuiging, dat een ei het symbool is van de vruchtbaarheid. Het is het symbool van het begin (de geboorte) van de lente. Ook zijn er Germaanse heilig bomen welke de lente vieren door eieren in de bomen te hangen. Er zijn meer praktische verklaringen van de oorsprong van het paasei. Ze houden ook verband met de periode van het vasten. Christenen eten dan geen zuivel en vlees. Eieren waren ook zuivelproducten volgens velen. De eieren werden toch gewoon gelegd door de kippen, waardoor er een grote eiervoorraad ontstond. Na de Pasen moesten deze allemaal snel opgegeten worden. Het was dus een traditie om na de Pasen te beginnen met een ei.
De Paashaas
Een andere traditie is de paashaas. Het verhaal gaat, dat veel protestantse kinderen niet van eieren hielden. De paashaas ging ze daarom voor hun verstappen. De haas is ook een symbool van de vruchtbaarheid bij heidense gebruiken. Het is daarom ook verbonden met Pasen.