
Richtlijnen voor meterkast verschillen per type woning
De richtlijnen voor het plaatsen en indelen van de meterkast zijn voor elk type woning anders. De NEN (Stichting Koninklijk Nederlands Normalisatie Instituut) legt deze richtlijnen vast. Het zijn voornamelijk vaktechnische gegevens, waar de doorsnee consument eigenlijk zelden mee te maken krijgt. Voor werkzaamheden in de meterkast heb je immers doorgaans een gecertificeerd bedrijf nodig. Momenteel vindt een transitie plaats, die ervoor moet zorgen dat de normen voor meterkasten beter aansluiten bij de hedendaagse woonwensen.
Nieuwe technologische ontwikkelingen hebben ervoor gezorgd dat we onze woningen op een andere manier verwarmen dan voorheen. Gasleidingen maken plaats voor andere energiebronnen, zoals elektriciteit. We leggen onze daken vol met zonnepanelen en we hebben eigen laadpalen voor onze elektrische auto’s. Al die wijzigingen in ons energieverbruik maken aanpassing van de groepenkast noodzakelijk, zodat we steeds over voldoende capaciteit blijven beschikken. Een bijkomend probleem is bovendien dat het algemene elektriciteitsnet inmiddels de maximale capaciteit heeft bereikt. In de komende jaren zullen innovatieve oplossingen moeten worden bedacht om de problemen op dit vlak het hoofd te kunnen bieden.
Onderlinge verschillen
Waar in een woning de meterkast zich bevindt, hangt af van het type woning. Voor laagbouw zijn de richtlijnen bijvoorbeeld anders dan voor gestapelde woningen. Ook is van belang of het gaat om een woning met een gasaansluiting of met stadsverwarming. De opgestelde richtlijnen geven niet alleen uitsluitsel over de maximale afstand tussen de centrale toegangsdeur van de woning en de meterkast, maar bepalen ook hoe de indeling van de meterkast is, hoe de leidingen lopen en welk type plaatmateriaal is toegestaan voor het bekleden van de binnenzijde van de ruimte. Verder zijn door de NEN allerlei praktische zaken vastgelegd, zoals het feit dat achter een aardlekschakelaar maximaal vier eindgroepen mogen hangen. Een uitzondering hierop vormen de aansluitingen voor kookgroepen. Weliswaar worden voor keukens doorgaans twee installatieautomaten gebruikt, maar die worden samen als één eindgroep beschouwd, waardoor het totaal per aardlekschakelaar dus op vijf mag komen.
Aandachtspunten
Bij het aanschaffen van een nieuwe groepenkast zul je als installateur rekening moeten houden met een aantal zaken. Op de eerste plaats dient alles natuurlijk te allen tijde te voldoen aan de vigerende regelgeving. Dat wil zeggen dat de installatie is opgebouwd conform de richtlijnen van de NEN. Het vermogen speelt hierbij een belangrijke rol. Installateurs letten daarbij ook goed op het montagegemak van de betreffende producten, in combinatie met de prijs-kwaliteitverhouding.